Direct naar artikelinhoud
ColumnRob de Wijk

Op ramkoers met Duitsland, en echt, dat is niet in het belang van Nederland

Het plan waarmee de Europese Commissie deze week kwam om de gevolgen van de coronacrisis te repareren, zit knap in elkaar. Boven op de reguliere EU-begroting wil de commissie 750 miljard euro gaan lenen. De bulk van dat geld gaat naar een herstelfonds van 560 miljard euro; iets meer dan het voorstel waarmee Merkel en Macron kwamen. Geheel volgens de wens van Duitsland en Frankrijk is een deel hiervan, 310 miljard euro, bestemd voor giften.

Giften zijn niet raar, omdat de unie sinds jaar en dag noodfondsen voor rampen en crises heeft. Sinds 2002 is er een solidariteitsfonds dat 5 miljard euro voor overstromingen en stormschade heeft uitbetaald. Dat Covid-19 een ramp is, lijkt me wel duidelijk.

Daarnaast wil de commissie, precies zoals de ‘zuinige vier’ onder leiding van Nederland willen, 250 miljard euro van het herstelfonds beschikbaar stellen voor leningen. Iedereen blij, zou je zeggen. Maar het eerste commentaar dat ik in de buitenlandse pers las, was dat van ‘een Nederlandse diplomaat’. Hij vond het ‘ondenkbaar’ dat dit plan erdoor zou komen. Nederland, Denemarken, Finland en Oostenrijk willen geen giften, maar leningen gekoppeld aan hervormingen. Ze moeten niets hebben van het gezamenlijk aangaan van schulden.

Er is op zich al genoeg over geschreven, maar ik blijf me verbazen over dit gedrag, waardoor Nederland nu ook op ramkoers met bondgenoot Duitsland is komen te liggen. Ik zou zeggen: vecht je meningsverschillen achter de schermen uit.

Stapel geen crisis op crisis in een tijd waarin we alles op alles moeten zetten om onze economie te redden. Want dit is de tijd waarin de Europese Unie eenheid moet uitstralen. Een ‘ongehoorde provocatie’ zoals CDU-prominent Norbert Röttgen de opstelling van de ‘zuinige vier’ noemde, is dan uit den boze.

Het probleem is hoe er hier tegen begrotingen wordt aangekeken. Nederland ziet de begroting als een huishoudboekje dat moet kloppen. Veel andere landen zien de begroting als een politiek instrument om iets te bereiken. Het gevolg van de Nederlandse boekhoudersmentaliteit is dat burgers in tegenstelling tot die in andere landen al jarenlang op de nullijn zitten. De koopkracht had kunnen stijgen als de staatsschuld iets groter was geweest.

Als een lage staatsschuld doel op zich is, verwordt financieel beleid tot ideologie.

Hoon en verachting van onze bondgenoten

Die ideologie vormt, in combinatie met de euroscepsis die in de Tweede Kamer vaste grond onder de voeten heeft gekregen, een giftige cocktail. Het kabinet krijgt nu de rekening van deze onsolidaire, moralistische en nationalistische ideologie gepresenteerd in de vorm van hoon en verachting van onze belangrijkste bondgenoten.

Het vreemde is dat dit gedrag ook nog eens wordt gezien als Nederlands belang. Maar Nederland is met zijn open economie de grootste profiteur van de euro. Door de muntunie kunnen wij, dankzij de zwakkere zuidelijke landen, tegen een gunstige wisselkoers naar de rest van de wereld exporteren. Nederland heeft bovendien fors verdiend aan al die leningen die voor hogere rentes zijn doorgesluisd naar de ‘zakkenvullers’ in het zuiden.

En tot slot, vergeet niet dat snel herstel van de zuidelijke landen goed voor onze economie is. Maar dit wil je allemaal niet zeggen, als de ideologie het van de ratio wint.

Rob de Wijk  is  hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.